Introductie PaginaStichting Behoud Petruskerk - Home
Beheersreglement voor het Kerkhof
Voorschriften voor Gedenktekens
Ballotage tot uitgifte van een graf

Voorschriften voor Gedenktekens

Voorschriften betreffende het plaatsen of wijzigen van gedenktekens op het kerkhof "Petruskerk" te Amsterdam- Sloterdijk

A.  Algemeen
  1. Overeenkomstig artikel 17 van het "beheersreglement voor het kerkhof Petruskerk te Amsterdam-Sloterdijk" kan, na verkregen schriftelijke toestemming van het bestuur van de Stichting tot behoud van de Petruskerk en omgeving Oud-Sloterdijk (S.B.P.) door of namens een rechthebbende van een graf een gedenkteken worden geplaatst of gewijzigd.
  2. 2. Dit gedenkteken kan bestaan:
    a. Voor een familiegraf: uit een staand of liggend steenhouwwerk.
    b. Voor urnengraven gelden bijzondere regels, te bepalen door het bestuur.
    c. Bijzondere monumentale graven, te bepalen door het bestuur.
    Het bestuur van de Stichting is bevoegd graven aan te wijzen waarop uitsluitend staand, dan wel liggend steenhouwwerk mag worden geplaatst.
  3. De maximaal te benutten oppervlakte voor een gedenkteken is de oppervlakte van het graf verminderd met een rondgaande strook van 15 cm. De maximale maten van de gedenksteen bedragen dan 70 cm x 200 cm.
  4. De aanvraag voor het plaatsen van een gedenkteken dient vergezeld te gaan van een werktekening op schaal (in duplo), waarop aangegeven staat de plattegrond met aanzichten van het betreffende gedenkteken alsmede de afmetingen, natuursteensoort, afwerking, constructie, bevestigingen, de plaats, alsmede de tekst van de inscripties, grafnummer e.d.

B.  Afwerking en kwaliteit steenhouwwerk

  1. De onderdelen van een steenhouwwerk dienen uit een gelijksoortig materiaal te bestaan.
  2. De steenhouwwerken alsmede de fundaties waarop zij moeten worden geplaatst, dienen van goede kwaliteit en vakkundig bewerkt te zijn. Tevens dient de fundering waterpas en te lood te worden gesteld.
  3. In verband met het historische karakter van het kerkhof, dient het steenhouwwerk te worden vervaardigd van hardsteen. Na verkregen toestemming van het bestuur, kunnen eventueel gelijkkleurige natuursteensoorten worden toegepast.
  4. De uitvoering van de in het zicht blijvende oppervlakken van het natuursteen dient te zijn: geschuurd, gefrijnd of gebouchardeerd; gepolijst natuursteen is niet toegestaan.
  5. De bevestiging van onderdelen van het steenhouwwerk aan elkaar of op de fundering moet, doelmatig geschieden met massieve doken van koper, messing of brons. De doken dienen voor het plaatsten aan één zijde in het steenhouwwerk te zijn vastgezet. De plaats en afmetingen van de doken dienen op de bij de aanvraag in te dienen werktekening te zijn vermeld.

C.  Staande stenen

  1. Indien een staande steen in de grond wordt geplaatst, moet de lengte van het gedeelte, dat bestemd is voor plaatsing in de grond, tenminste 2/5 bedragen van het gedeelte dat zich boven de grond bevindt.
  2. Een staande steen mag niet meer dan 20 cm uit de achterzijde van het graf verwijderd staan.
  3. Een staande steen moet minstens 5 cm dik zijn.
  4. Een staande steen mag niet breder zijn dan 70 cm. De hoogte moet in verhouding staan tot het graf, te bepalen door het bestuur.

D.  Banden om graven

  1. Banden, die dienen als omsluiting van een graf, moeten op onzichtbare wijze met "hol en dol" of met een visbek (3 cm uit de bovenzijde en 2 cm diep) aan elkaar worden gesteld op een raam van gewapend beton.
  2. De natuursteenbanden dienen een dikte te hebben van tenminste 8 cm.
  3. Het hierboven genoemde betonnen raam of plaat moet tenminste 10 cm dik zijn en een bandbreedte hebben, gelijk aan die van het bovenliggende steenhouwwerk. De betondekking van de wapening dient tenminste 3 cm te bedragen. Afwijking van voornoemd betonnen raam is na overleg met het bestuur mogelijk, indien de aard van het steenhouwwerk daartoe aanleiding geeft.

E.  Zerken

  1. Zerken dienen tenminste 4 cm dik te zijn. Zerken groter dan ¾m² dienen tenminste 8 cm dik te zijn.
  2. De zerken moeten worden gesteld op een vlak liggend zandbed met een afschot van maximaal 3 cm naar de voorzijde. De zerk moet op een roef geplaatst zijn.

F.  Inscripties

  1. Het maximale voor inscripties bestemde vlak van een steenhouwwerk wordt gevormd door de oppervlakte van de staande steen of zerk, na aftrek van een rand van 4 cm aan de bovenzijde en zijkanten en van 10 cm aan de onderzijde.
  2. Voor het aanbrengen van een tekst op het steenhouwwerk van een familiegraf is per overledene beschikbaar:
    a: indien het graf is bestemd voor 2 overledenen, 1/2 gedeelte van het totale inscriptievlak;
    b: indien het graf bestemd is voor 3 overledenen, 1/3 gedeelte van het totale inscriptievlak.
  3. Verheven letters moeten tenminste 3 mm en onder een hoek van niet minder dan 75º worden uitgehakt; inwendige letters moeten tenminste 3 mm zijn ingehakt.
  4. Bronzen letters moeten met minimaal 2 stiften met een lengte van tenminste 1 cm deugdelijk op de steen worden bevestigd.
  5. Op het steenhouwwerk van een graf moet het nummer van het graf 3 mm diep worden ingehakt met een cijferhoogte van 25 mm, als volgt:
    a) op een zerk: links onderaan en 2 cm uit de linker- en de onderzijde.
    b) op staande stenen zonder voetstuk of op een voetstuk lager dan 10 cm: links 2 cm uit de linker zijde en 10 cm vanaf het maaiveld.
    c) op staande stenen met een voetstuk hoger dan 10 cm: links op de bovenzijde van het voetstuk en 2 cm uit de linkerzijde.
    d) indien aan weerszijde van de staande steen blokken voorkomen: aan de voorzijde van het linkerblok boven het midden.
  6. Op losse voorwerpen, die tot de grafbedekking behoren, dient het grafnummer te worden ingehakt of gegraveerd.
  7. Vóór het plaatsen of wijzigen van een gedenkteken en/of beplanting is de steenhouwer of hovenier gehouden het plaatsingsrecht, overeenkomstig het vastgestelde tarief, aan de Stichting te voldoen.

G.  Verbodsbepalingen

Het is verboden, wegens de monumentale status van het kerkhof, op de graven aan te brengen:

  1. kransdozen, houten kasten, portretten, beelden, duiven, kunstkransen en soortgelijke voorwerpen van welk materiaal dan ook;
  2. stenen platen op zerken of tegen staande stenen;
  3. consoles onder liggend steenhouwwerk
  4. marmergruis, schelpen, grind e.d.;
  5. haken of klemmen aan steenhouwwerken voor bevestiging van bloemtrechters;
  6. bloementrechters of samengestelde bloementrechters hoger dan 35 cm;
  7. de naam van de leverancier van het grafteken te vermelden;
  8. het plaatsen van kunstbloemen e.d.
Resumeren: geen additieve voorwerpen zonder toestemming van het bestuur.

220710
JJdV

Trouwen in de Petruskerk
Evenementen in de Petruskerk
Stichting Behoud Petruskerk